Wilderness nat. park, Swartbergpas en de Cango caves
16 november 2018 - Oudtshoorn, Zuid-Afrika
Wilderness national park ligt aan de rivier de Touw. Aan de rivier staat een oud koloniaal hotel uit de 50er jaren met een aantal rondavels waar we er eentje van huurden voor een nacht. We hebben al 2 weken niet meer gekampeerd vanwege de harde wind en de koude nachten dus het wordt hoog tijd om de tent weer eens op te zetten op het prachtige kampeerterrein “Eb & flow” van de SANparks. Deze camping is erg mooi gelegen aan de rivier. Hier kun je kano’s huren en hier wordt druk gebruik van gemaakt. Leuk om hier aan het water te zitten en de kano’s voorbij te zien glijden.
In dit gebied kun je met veel geluk de Knysna Loerie spotten en als je een tijdje rustig rondkijkt krijg je de vogels en hun vliegroutes in de gaten. Zo bleek er een Loerieechtpaar in een dicht begroeide boom te wonen. Met grote regelmaat vlogen ze naar de bomen met bessen die ze blijkbaar erg lekker vinden en dat was het moment om ze te fotograferen. Het is gelukt! Grote vogel met een felgroene kop met een rood oogje wat wit is omrand, blauwgroen lijf en een redelijk lange staart, super.. wat een prachtige vogel, zo leuk dat het gelukt is.
Wilderness is een klein dorp, eigenlijk een straat met restaurants waar je heerlijk kunt eten, ook de kust is prachtig als je vanaf het terras van hotel View naar beneden kijkt zie je de wilde golven en het mooie ongerepte strand.
Bij George eindigde de Gardenroute. George is enorm uitgebreid in vergelijking met 11 jaar geleden. Overal malls, enorme winkelcentra en een hoop drukte. We reden over de Outeniquepas richting Oudtshoorn, maar alles was zwart van de grote brand die de omgeving van Knysna en George teisterde in 2017. Het lijkt wel of er geen eind komt aan al die branden, steeds weer zie je rook ergens uit een gebied omhoog kringelen en zelfs de flinke regenbuien van een paar dagen geleden hebben de brand niet kunnen blussen. Vaak gaan de branden ondergronds verder en dat maakt het nog moeilijker.
Oudtshoorn, ook een oude bekende. Dit is de struisvogelstad in de kurkdroge kleine Karoo. Hier woonden de struisvogelbaronnen in mooie villa’s. Dat is het nadeel als je ergens al vaker bent geweest, je gaat vergelijken. Zo ook op camping Kleinplaas, de naam zegt het al maar helaas het toerisme blijft maar groeien en de eigenaar van de kleine camping heeft hier 3 rijen met kamers bijgebouwd. Iedere avond stoppen hier bussen die weer een lading Duitsers brengen die maar een nacht blijven. De bussen blijven lang staan ronken en regelmatig moet Ad de chauffeur erop wijzen dat dit een camping is en geen busstation. Ook de safaribussen met de meer avontuurlijke reizigers zetten hier hun tenten op, soms wel 20 tenten tegelijk en maken een hoop herrie en rook met hun enorme braaien voor het avondeten. Het lijkt wel of er hier maar een nationaliteit komt vakantie vieren, we zien alleen maar Duitsers……Het heeft in de Karoo al 2 jaar niet geregend, dus water is hier een groot probleem en al die toeristen die douchen en maar een nacht hun lakens gebruiken….al die bergen was.
Maar waar we voor kwamen in de Karoo was de Swartbergpass. Een zeer slechte onverharde weg met puntige stenen brengt je naar dit ruige gebied. Prachtig, wat is de natuur hier ooit te keer gegaan. Hier is de aardkorst met grof geweld omhoog geduwd en zie je de aardlagen verticaal staan. Gelukkig kwamen we zonder lekke banden aan de andere kant. Overal bloeien bloemen, de aarde wordt alleen maar vruchtbaarder van alle branden. Heel apart zijn de struiken verbrandde bloemen die zwart geblakerd zijn maar een zilver hartje hebben. We rijden het dorpje Prince Albert binnen, erg mooi oud plaatsje met veel koloniale huizen die nu kunstgaleries en antiekzaken herbergen. De lekkere tomatensoep met sandwiches met Karoolamb smaken ons uitstekend na deze lange rit.
De terugweg gaat via de andere kant de Meiringerpass, ook al zo’n staaltje van vakmanschap van ingenieurs die deze pas aangelegd hebben. Erg mooi, uitstekende wegen met rust en uitkijkpunten.
De volgende dag bezochten we de Cango Caves, druipsteengrotten, hier waren we nog nooit geweest en ik had er ook niet veel zin in met al die toeristen. Ik vroeg aan een van de medewerkers hoeveel toeristen er per dag werden toegelaten, het maximum was 100 per dag. Ik denk dat hij bedoelde 100 per uur want de groepen waren erg groot. Het was niet bepaald koel in de grot wat je zou verwachten door al die mensen en zuurstof was er blijkbaar ook niet genoeg want een Duitsers viel flauw, viel achterover en klapte met zijn hoofd keihard op de vloer, afschuwelijk dat geluid, als dat geen hersenschudding oplevert…..
De grotten zijn erg mooi, maar behoorlijk beschadigd in al die jaren. Vroeger was het maar heel gewoon om een souvenirtje mee te nemen, je breekt gewoon een stuk van de stalactieten af…. Naderhand zagen we een film die gemaakt is over Cango 2 en 3. Er zijn nog 2 grotten die alleen zijn bezocht door een aantal professionals en filmers. Als je ziet hoe prachtig zo’n grot is als nog niemand iets heeft aangeraakt. Ongelofelijke vormen en kristallen gevormd in al die miljoenen jaren. Het groeit maar 4 millimeter in 100 jaar, kun je nagaan. Maar goed dat de grotten op slot zijn en niet meer geopend worden. Heeft de komende generatie ook nog wat te ontdekken.
Groeten van Tony en Riet,...
liefs en knuffel van mij. Martha. . .
Complimenten Anne-Marie voor de prachtige foto's met name van de druipsteengrotten. Wat een fantastisch mooi natuurverschijnsel. Zou ik héél graag óók in het echt willen zien. Beetje jaloers ben ik wel hoor. Geniet saampjes met volle teugen verder.
Groetjes Trees ( en ook van Ruut )