Oslo en zuid-west Zweden

De camperplaats in Oslo lag verrassend. Vlakbij het skigebied en de gigantische skischans was een parkeerterrein op loopafstand van de metro. Ongelofelijk dat je zo mooi kunt kamperen bij een hoofdstad. Voorzieningen zijn er niet dus in plaats van douchen doken wij in het koele meertje en kwamen fris weer boven, daar kan geen douche tegenop. Het water is brandschoon en omdat de ondergrond van leisteen is heb je ook geen last van zand.

Oslo is een bijzonder mooie compacte stad. Hoofdader van de stad is de verkeersvrije Karls Johans Gate, hieraan liggen alle belangrijke gebouwen en winkels van de grote ketens. Ook het parlementsgebouw, het nationale theater, de universiteit en diverse musea zijn hier gevestigd. Aan het eind van deze statige laan op een heuvel staat het koninklijke paleis.

Het was op een zonnige zaterdag dat wij Oslo bezochten, maar hadden niet gerekend op de overweldigende stroom homo’s en lesbiennes die hun jaarlijkse optocht hielden en een zeer luidruchtig festival vierden midden in het centrum.

De volgende morgen gingen we weer met de metro, wat perfect werkt naar de Vigelandparken even buiten Oslo. Dit grootste park van Oslo is genoemd naar Gustav Vigeland die jaren heeft gewerkt aan de 212 beelden van graniet die de mens in al zijn vormen uitbeeldt. Je loopt over een brug met aan weerszijden beelden naar een heuvel met daarop een beeldengroep met in het midden een monoliet van 121 menselijke figuren. Aziaten vinden dit blijkbaar ook mooi want er stonden weer vele bussen te ronken. (kunnen ze niet Europees afspreken dat touringcars hun motor afzetten als ze uren op hun passagiers moeten wachten?)

Na de drukke omgeving van Oslo werd het tijd om de grens te passeren want ik wilde graag ook nog eens de sfeer proeven van Zweden.

Na het schitterende maar vrij kille Noorwegen is Zweden een verademing. Overal restaurants, terrassen en leuke winkels en niet te vergeten betaalbare prijzen vergelijkbaar met Nederland. De zuid west kust heeft vele schiereilanden met pittoreske haventjes zoals Smogen wat prachtig is gebouwd tussen de granieten boulderstenen. Ook Marstrand, een autovrij eilandje wat alleen per voetveer bereikbaar is is heel apart met veel gebouwen en woonhuizen in de karakteristieke Zweedse 20e eeuwse houten bouwstijl. Toen wij er waren was er net een zeilevenement. De zeilers hadden niet te klagen over het weer want het was prachtig zonnig met een flink windje. s’Middags verloor Zweden met het voetbal van Engeland dus geen blije gezichten.

In Zweden zijn er veel meer mogelijkheden om vrij te kamperen want hier mag je ook op parkeerterreinen staan. We hebben prachtige plekken gevonden bij haventjes met uitzicht op zee met bijzonder mooie zonsondergangen, in een wandelgebied, bij een meer enz.

Hier geen serviceplaatsen voor campers maar je kunt servicen op camperplaatsen en campings als je ervoor betaalt.

We eindigen onze reis in Gotenborg. Ad had al verschillende malen gelezen dat er gewaarschuwd wordt voor inbraken in campers rond deze stad dus besloten we maar weer eens op een camping te gaan staan en ik kan je vertellen: nooit meer. Hoogseizoen en vlakbij een stad op piepkleine plekken dat werkt voor ons niet. Mensen staan in de rij voor de enige camping die Gotenborg rijk is en dan doet men doodleuk de receptie dicht om 12 uur en laat men de campers in de hete zon wachten tot 13 uur om in te checken. Gelukkig waren wij al vroeg.

Vanuit de camping is het 20 minuten fietsen naar het centrum. Mooie stad, maar veel gebouwen staan in de steigers. Ook een mooie stadstuin met een palmenkas en een rosarium.

Morgenmiddag steken we het Kattegat over met een ferry van Stena Line en komen we aan in Frederikshaven in Denemarken en komt er een eind aan deze bijzonder mooie reis door Scandinavië.