Centraal Otago

7 februari 2017 - Bannockburn, Nieuw-Zeeland

We vonden het jammer om het prachtige gebied rond Dunedin te verlaten. De stranden zijn hier zo mooi, je zou hier wel voor altijd willen blijven. Maar de afspraak was om de laatste week in Bannockburn te verblijven dus we reden met de Subaru de 230 km van Dunedin naar het plaatsje Bannockburn. De wegen zijn goed, alleen overwegend 2 baans met soms een inhaalstrook in het midden. Men rijdt hier links en keihard. Ik heb nog nooit schrik gehad in een land in het verkeer maar hier houd je je hart vast als er weer een wagen keihard voorbij rijdt. (en ik zit natuurlijk aan de linkerkant dat maakt het niet minder eng) Je mag hier op de 2 baanswegen 100 en op binnenwegen 70 km per uur. Alleen in de dorpen en steden 50, dus veel te hard. Ralph had ons al gewaarschuwd voor de Nieuw Zeelanders achter het stuur. De vakanties zijn nu afgelopen en de jeugd is weer naar school dus hopelijk wordt het nu rustiger op de weg.

Wat wel makkelijk is in Nieuw Zeeland is in tegenstelling tot Canada en de VS dat hier dezelfde maten en afstanden worden gebruikt als bij ons in Nederland nl. kilometers, liters en kilo’s. Wat de benzineprijs betreft die is zowat hetzelfde als bij ons en aangezien je nogal wat kilometers rijdt hier tank je regelmatig en vliegen de Nieuw Zeelandse dollars je portemonnaie uit. Deze zijn ook 10% duurder als een tijd terug. Zal wel met de Amerikaanse dollar te maken hebben.

Boodschappen in de supermarkt zijn ongeveer even duur als bij ons bij Albert Heijn. Er zijn hier geen goedkope zaken zoals wij in Europa de Aldi en Lidl hebben. Vlees is wel goedkoper en zoals bij ons wordt gepromoot om minder vlees te eten zien we hier een grote vleesconsumptie. (zo is het ook in de VS en Canada en Zuid Afrika dus ik vraag me ook wel eens af of wij het enige land zijn dat zich om het milieu drukmaakt……) Ook lamsvlees ligt hier in grote hoeveelheden maar daar heb ik me nog niet aan gewaagd. Wijn en bier zijn duurder dan thuis maar wel betaalbaar.

Na het prachtige huis in Dunedin valt het goudzoekershuisje uit 1850 een beetje tegen. Het is een klein huisje wat destijds is gebouwd als een noodvoorzienig voor een goudzoekersgezin met een hele rits kinderen. Steeds is er weer eens stukje aangebouwd en het een en ander aan veranderd om wat meer comfort te bieden aan de mensen van deze tijd die hier logeren. Ralph heeft een boekje geschreven over de geschiedenis van dit huisje wat heel interessant is.

De rit van Dunedin hier naartoe was niet erg interessant maar dit gebied Centraal Otago is mooi. Het is bergachtig (leisteen) en er is een enorm groot stuwmeer waar veel  moderne huizen omheen zijn gebouwd. Toen de goudzoekers hier de hele grond hebben omgewoeld op zoek naar goud is dat blijkbaar goed geweest voor de aarde. Hier staan nu de wijnstokken en dit is een wijngebied waar de lekkerste Pinot Noir en Riesling van Nieuw Zeeland vandaan komen.

Er heerst hier een typisch woestijnklimaat. Zo nat als het in Dunedin was zo droog is het hier. Het gras is geel en er waait een harde droge wind. Ook hele aparte dreigend wolken, maar er valt geen druppel uit. Om het huisje heen staan hoge populieren die hier naar toe zijn gebracht vanuit het thuisland en die onheilspellend op en neer buigen in de harde wind zodat het lijkt of het steeds stormt.

Internet hebben we hier niet dus gaan we naar de bibliotheek in Cromwel om onze mail te checken. Vanmiddag even naar het historische dorpje Cromwel geweest. Een hele rij winkelpanden uit de vorige eeuw is hier naar een hogere plek gebracht omdat ze anders door het stuwmeer waren verzwolgen. Het valt ons op dat alles hier historisch is. Alles wordt bewaard wat wij allang zouden hebben weggegooid. Hier wordt steeds gerecyceld, maar zo vond ik een mooie theepot in een winkeltje van de Salvation Army voor een paar dollar.

Hier in de regio zijn verschillende stadjes zoals Alexandra en Clyde waar vanaf 1850 naar goud werd gezocht. Hier zijn overal goudzoekers geweest die keihard gewerkt hebben om al het goud uit de grond te halen. Later werd de grond nogmaals met water bespoten om ook de laatste stukjes te pakken te krijgen. Er is ook veel armoede en ellende onder de goudzoekers geweest. Zo is er bijvoorbeeld in Arrowtown een Chinees straatje nagebouwd met simpele huisjes en een winkeltje waar je kunt zien hoe de goudzoekers woonden aan de rivier waar ze naar goud zochten. Hier waren het voornamelijk Chinezen uit Guandong die het erg moeilijk hadden in de strenge winters van Otago omdat ze zelf uit het tropische China kwamen en natuurlijk geen kleding e.d. hadden om de koude winter door te komen.

We hebben inmiddels al heel wat prachtige tochten gemaakt. Het weer is goed maar volgens de Nieuw Zeelanders is het de slechtse zomer ooit. Vandaag was het een graad of 18 met een mooie blauwe lucht en heerlijk helder dus ideaal fotoweer. We maakten de tocht van Bannockburn naar Queenstown en dan langs lake Wakatipu met magnifieke uitzichten op het meer en de besneeuwde bergtoppen naar Glenorchy. Zo had ik me Nieuw Zeeland voorgesteld. Het meer is blauw van de gletsjersedimenten. Waarschijnlijk zijn hier veel gletsjers geweest maar die zijn er nu niet meer. Hier is een scene opgenomen uit de film “De lord of the rings”. Ook de reclame van Milkachocolade (met de paarse koe) waar je je waant in de Alpen is hier ergens opgenoen. Zo zie je maar hoe je wordt beetgenomen.

Onderweg naar Queenstown passeren we de rivier waar op de Kawaraubrug de (voornamelijk Japanse en Chinese) waaghalzen een bungyjumpsprong maken van 43 meter. Beneden worden ze dan opgevist door een rubberboot en naar de kant gebracht. Het was er een drukte van belang voor 140 euro mag je van de brug afspringen. Queenstown is de stad van de adrenalinesporten. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is hier mogelijk. Jetboaten met een speedboot keihard tussen de rotsen doorvaren op de Shotoverriver, je zegt het maar.

Queenstown is een levendige stad gelegen aan het Wakatipumeer. Langs het meer loopt een boulevard met terassen. Waarschijnlijk heeft deze stad de meeste restaurants van heel Nieuw Zeeland want het is allemaal backpackers hier wat de klok slaat.

Centraal Otago is ook beroemd om het vele fruit wat hier vandaan komt. Het is nu oogsttijd en kersen, perziken, nectarines en pruimen worden overal geoogst door jonge mensen die uit de hele wereld komen om hier te helpen met de fruitoogst.

Donderdag gaat Ad met de bus naar Queenstown om de huurauto op te halen. Vrijdagochtend vertrekken we vanuit het historische goudzoekershuisje naar de westkust naar Fjordenland naar Te Anau vanwaar we de Milford Soundfjord gaan bevaren.

Foto’s

4 Reacties

  1. Jeanne van den Bosch:
    8 februari 2017
    Annemarie en Ad, geniet van de Milford sound!! Zo mooi!!
  2. Tony Peters:
    8 februari 2017
    Hallo Ad en Anne-Marie, deze keer weer ´n heel interessant verhaal over jullie belevingen in New Zeeland, we hebben het weer met plezier gelezen en merken wel dat jullie weer genieten van ´n heel andere wereld als b.v. Canada. De foto´s zijn wederom prachtig! Hier gaat alles z´n gangetje het loopt tegen carnaval en dat is al goed te merken, het weer is redelijk goed met temperaturen boven normaal maar na het schijnt komt de winter toch weer terug aan het einde van de week!
    Groeten van ons geniet lekker verder en tot jullie vlgd story! Tony en Riet....
  3. Jos Govers:
    10 februari 2017
    Nou nou Ad en Anne-Marie,
    Wat een prachtig reisverhaal en ook nog heel mooie foto's.
    En als je zo lekker kunt scheuren op de weg waarom ga je dan ook niet eens lekker duiken vanaf de brug. Geld is maar geld.
    Blijf in ieder geval lekker genieten samen.
    Doe we in zummeren ook wel een beetje maar da's toch veel leuker.
  4. Marende en Jan:
    13 februari 2017
    Hoi Anne-Marie en Ad,

    Wat een mooi verhaal weer om mee te beleven onderstaande met werkelijk schitterende foto's. Ga vooral zo door.....hahahaha.....Hier alles oké . Blijven genieten jullie.....

    lieve groetjes van ons