Golden Gate en de Drakensbergen

Aan de andere kant van Lesotho ligt het Golden Gate national park. Een prachtig  gebergte met rotsen die in lagen allerlei kleuren hebben van geel tot rood en bruin en steeds van kleur veranderen in ochtend of avondlicht. De enorme rotsen hebben namen zoals de paddenstoelvormige die mushroom heet.

Dit park wat van de SAN is (South African National Parks) heeft een hotel en een camping. Op deze camping zetten we de tent op, precies tegenover de keuken zodat we daar konden koken en afwassen. Andere jaren koken we weinig en eten we in restaurants, maar ik had me nu voorgenomen om zelf meer te gaan koken. We hebben ons elektrisch kookplaatje meegenomen en dat werkt perfect. Op elke camping hebben we stroom (hier krach genoemd) dus geen last meer van uitwaaiende gasvlammen.

In dit grote nationale park lopen grote kuddes wilde paarden rond en die kwamen dus op onze eerste nacht op de camping rondlopen. Op een gegeven moment maakt Ad mij wakker en vroeg zich af wat hij hoorde. Vreemd geluid zo’n grazend paard wat op 10 cm van jouw tent midden in de nacht de lekkerste grassprietjes vindt. Je staat wel raar te kijken als je de tent opendoet en omringd bent door een kudde paarden….

Op een hoge berg in het park staat een vogelhut met een glazen front. Beneden staan al borden dat je stil moet zijn als je richting de hide loopt. Deze hide is gebouwd om de met uitsterven bedreigde gieren te observeren. Voor de hide zijn kadavers neergelegd van een paard en een ander dier om de gieren te lokken. Gelukkig maar dat er glas voor de hide zit anders zou de stank niet te harden zijn in een land waar het meestal rond de 30 gr.is. Helaas gieren hebben we niet gezien, wel 2 jakhalzen die zich te goed deden aan de stukjes rot vlees.

Via een hoge bergpas reden we richting de Drakensbergen, een van de populairste toeristische gebieden van ZA. Bijzonder mooi gebied met bergen met namen als Amphitheater, Monks Cowl en Cathedral Cove. Amphiheater is een 8 km breed kaarsrecht bergmassief zoals de Tafelberg in Kaapstad. Dit gebied doet Europees aan, hier zijn weer volop restaurants, dure hotels, farmstalls en coffeeshops. Toen wij de Drakensbergen naderden veranderde het weer en zagen wij donkere wolken binnendrijven. We belden een backpackerslodge om te vragen of er nog plaats was. De laatste kamer toch maar genomen en dat was maar goed ook. s’Avonds gezellig gekookt in de gemeenschappelijke keuken samen met Engelsen en Duitsers.

De volgende dag bezochten we het Royal Natal national park met het Amphitheater. Hier kun je lange bergwandelingen maken naar de Tugolawatervallen, 5 u heen en terug. Beetje veel van het goede voor ons, zeker nu Ad aan de antibiotica is vanwege een enorme ontsteking in zijn lies die open is gegaan en waarvoor we een arts hebben geraadpleegd.

We zijn nu in een holidayresort in de Drakensbergen waar we op een vrij drukke camping staan. Zuid Afrikanen uit Durban aan de kust komen vaak over in het weekend om de vochtige hitte daar te ontvluchten.

Onweer komt hier regelmatig voor net als in Lesotho waar we bijna elke avond lichtflitsen zagen. Maar hier is het soms bar en boos. Je kunt er de klok op gelijk zetten, iedere avond om 18.45 u gaat het keihard onweren en regenen. Wij dachten in Nederland wel te weten wat regen is, nou dan moet je hier eens komen kijken. We zaten in het campingrestaurant de bui af te wachten waar geen eind aan leek te komen en ik vreesde al voor de komende nacht… zou het kleine tentje dit uithouden….Ad had al gevraagd of er nog bungalows vrij waren voor het geval dat…. Maar in het stikdonker reden we naar de tent want het licht was uitgevallen en dan is het hier stikdonker. Jawel hoor het tentje had zich kranig gedragen en het bed was zowaar droog, wel wat klam maar goed te beslapen. De volgende morgen zagen we pas wat een chaos al dat water teweeg had gebracht, maar de hemel is weer blauw en de zon droogt alles in een paar uur op.

Wij gingen weereens naar een sundaylunchbuffet in een mooi chic hotel met uitzicht op Monks Cowl. Goeie gewoonte die sundaylunch.